Ontwikkelingen
De Inspectie SZW heeft een analyse gedaan van relevante ontwikkelingen en is zich ervan bewust dat de hiervoor gebruikte gegevens op het moment van publicatie in sommige gevallen gedateerd zijn.
Economische ontwikkelingen
Na jaren van crisis zet de economische groei mondiaal (voorzichtig)
door. In sommige EU-landen is er groei. Tijdens de crisis is de
werkloosheid gestegen. Vooral onder jongeren was de werkloosheid
hoog. Ook is het aantal WWB- en WW-uitkeringen tijdens de crisis
flink gestegen. De productie nam in een aantal sectoren, waaronder
de bouw, substantieel af.
Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen
Individualisering van de samenleving is al jaren een duidelijke
trend in Nederland. Kijk naar het toenemend aantal
eenpersoonshuishoudens. De netwerksamenleving breidt zich steeds
meer uit en de overheid treedt terug. Individuen participeren
nadrukkelijker in wisselende netwerken, waaraan ook waarden en
normen worden ontleend. De rol van de overheid ligt met name in
regie voeren, toezicht houden, sancties opleggen en waar
nodig uitval voorkomen. Tegelijkertijd daalt het vertrouwen van de
burger en ondernemers in de overheid.
Flexibilisering van de arbeidsmarkt
De laatste jaren is het stelsel van arbeidsverhoudingen flink
gewijzigd. Dit is een gevolg van de steeds verdere flexibilisering
van de arbeidsmarkt. Sturing op goede arbeidsvoorwaarden wordt
daarmee complexer.
De groei van flexibele arbeid komt vooral door de toename van het
aantal zzp’ers en het aantal werknemers met een tijdelijk
contract. Meer traditionele vormen van flexibele arbeid, zoals
uitzend-, oproep- en invalwerk, zijn in aandeel redelijk stabiel
gebleven.
Ook Oost-Europese arbeidskrachten zorgen voor deze groei. Er
is sprake van een toenemende ongelijkheid in bestaanszekerheid
tussen flexwerkers en werknemers met een vast dienstverband. Dan
denkt de Inspectie aan moeilijkere toegang tot onder andere
(voorzieningen voor) hypotheekverstrekking, kredietverlening,
pensioenopbouw en sociale zekerheid.
Arbeidsmigratie
Als gevolg van de uitbreiding van de EU geldt voor een grote groep
burgers vrij verkeer van werknemers en diensten. Of het aandeel
migranten in Nederland zal blijven groeien zoals dat in het
afgelopen decennium heeft plaatsgevonden, valt op dit moment niet
te voorspellen. Voor zover de Inspectie SZW dat kan waarnemen zijn
arbeidsmigranten voornamelijk werkzaam in arbeidsintensieve
sectoren zoals de land- en tuinbouw, horeca, transport en
schoonmaak. Hun kwetsbare positie verhoogt het risico op
onderbetaling, illegale tewerkstelling en fraude.
Op 1 januari 2014 zijn de grenzen opengesteld voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije. Mogelijk leidt dit tot extra migratie. Daarmee kan er druk ontstaan op de beloning op de arbeidsmarkt en op de positie van laag- en middelgeschoolde werknemers. Zeker als migranten akkoord gaan met mindere arbeidsvoorwaarden. In situaties waarin werkemers in een kwetsbare positie verkeren en er naast onderbetaling en slechte arbeidsomstandigheden ook nog sprake is van vormen van dwang, kan sprake zijn van arbeidsuitbuiting. Het ministerie van SZW onderzoekt de gevolgen van extra arbeidsmigratie.
Arbeid en gezondheid
Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat het aantal
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen is gedaald naar 817.000 in juni
2013. De helft van de gevallen betreft psychosomatische
aandoeningen.
In 2012 ondervonden 478.000 werknemers schade door een
arbeidsongeval. Dat aantal is al 5 jaar vrij stabiel. Veel klachten
zijn van fysieke aard, maar het aantal psychosociale klachten neemt
wel toe, onder andere door hoge werkdruk.
Verder blijkt dat laagopgeleide jongere werknemers
(25-30 jaar) een grote kans (1 op 6) hebben op burnoutklachten.
Daarnaast wordt verwacht dat het ziekteverzuim zal
toenemen vanwege meer oudere werknemers die langer doorwerken en
omdat de leeftijd, waarop men verwacht met pensioen te gaan,
stijgt. Onderzoek wijst uit dat werknemers in de toekomst volop
gebruik gaan maken van deeltijdpensioen en dus deels blijven
doorwerken na hun 65/67ste jaar.
Vergrijzing en migratie
De trend van vergrijzing en ontgroening zet door. De
bevolkingsprognose van het CBS gaat er vanuit dat de bevolking van
15 tot 65 jaar tot 2040 blijft krimpen. Werkgevers maken zich
zorgen over de vergrijzing binnen hun bedrijf. UWV heeft dit eind
2012 onderzocht: 45% van de werkgevers ziet de opvang van
vergrijzing als grootste uitdaging voor de komende jaren. De
trend naar krimp van de beroepsbevolking wordt beïnvloed door
de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar en de mogelijke
verdere koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting.
Digitalisering in de uitvoering
Het maatschappelijk draagvlak voor aanpak van fraude is groot.
Digitalisering biedt mogelijkheden voor handhaving. Bijvoorbeeld
door bestandskoppeling. Dit stelt ook eisen aan de beveiliging van
gegevens. Uit onderzoek blijkt dat gemeenten hiervoor onvoldoende
aandacht hebben. Aan de andere kant blijken cliënten niet of
nauwelijks op de hoogte te zijn van hun rechten als het gaat om
inzage en bescherming van hun eigen gegevens.
Digitalisering van de dienstverlening stelt ook eisen aan de
burger. Zeker voor laagopgeleiden en ouderen kan digitalisering van
de dienstverlening een extra drempel zijn. De overheid gaat er
vanuit dat bij de dienstverlening van UWV maximaal 10% van de
klanten nog behoefte heeft aan persoonlijke
dienstverlening.
Decentralisatie
Per 1 januari 2015 worden drie grote decentralisaties in het
sociaal domein doorgevoerd. Hierdoor krijgen gemeenten meer taken
bij de uitvoering van de Jeugdwet, de WMO 2015 en de
Participatiewet. Bij het toezicht op dit sociaal domein zijn
meerdere rijksinspecties (Jeugdzorg, Gezondheidszorg, Veiligheid en
Justitie, Onderwijs en SZW) betrokken, die gezamenlijk zullen
optrekken.
Rol overheid, toezicht en Inspectie SZW
De overheid wordt steeds kleiner en kan niet meer overal aanwezig
zijn. Burgers en bedrijven worden gestimuleerd meer eigen
verantwoordelijkheid te nemen. Overheden moeten de taken waarop ze
zich blijven richten zo efficiënt mogelijk uitvoeren.
Kostenverlaging voor bedrijven, instellingen en burgers speelt
hierbij een rol. Binnen de samenleving veranderen en
variëren de heersende normen. Voor de rijksoverheid betekent
dit dat die grenswaarden moet stellen en bewaken. Daarin blijft de
overheid overigens terughoudend. Aan de andere kant lijkt de
maatschappij te vragen om minder gedogen en meer toezicht houden.
De overheid kan echter niet alle risico’s afdekken en richt
zich dan ook op de ernstigste risico’s.
De wet- en regelgeving op het terrein van het ministerie van SZW
is sterk in beweging. Dit heeft ook gevolgen voor de Inspectie SZW.
Daarnaast zorgt nieuwe jurisprudentie soms voor de noodzaak om
wetgeving aan te passen.
Met ingang van 1 januari 2013 geldt
de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW- wetgeving
(Wahss) en maken de in deze wet opgenomen regels integraal
onderdeel uit van de arbeidswetten. Met deze wet zijn de sancties
op overtredingen en fraude binnen het domein van SZW fors
aangescherpt. Tijdens de parlementaire behandeling van het
wetsvoorstel is aan de Tweede Kamer toegezegd dat de wet zou worden
geëvalueerd. Deze evaluatie zou kunnen leiden tot aanpassingen
van de wet.
Nieuwe wetgevingstrajecten die gevolgen hebben voor de Inspectie SZW zijn bijvoorbeeld:
- De Wet houdende modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden (32855).
- Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in
verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader
bepaalde overeenkomsten van opdracht. (33623)
- Mogelijke aanpassing van de WML naar aanleidingvan jurisprudentie van onder meer de Rechtbank Den Haag. Het gaat om uitspraken over de handhaving van structureel meerwerk, verrekeningen en vrijwilligerswerk. Bij de uitspraken over de handhaving van verrekeningen en vrijwilligerswerk is het ministerie van SZW in hoger beroep gegaan. Voor wat betreft het structureel meerwerk is inmiddels in hoger beroep op 7 mei 2014 uitspraak gedaan. De Raad van State heeft op dat punt de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
- Wet van 25 november 2013 inzake herziening van de Wet arbeid vreemdelingen: het is wenselijk de Wav te herzien en aan te scherpen in verband met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in bedrijven en versterking van de uitvoering en handhaving (33475).
- Aanpassing van de beleidsregel Waadi teneinde de hoogte van de boete te reduceren.
- De Wet Aanpak schijnconstructies (Was). Naast de aanpak van schijnconstructies is in deze wet ook de wettelijke basis voor het openbaar maken van inspectiegegeves geregeld.
- Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, 33841).
- Wet basisregistratie personen en Aanpassingswet basisregistratie personen: gemeentelijke basisregistratie (GBA) persoonsgegevens te moderniseren, de regelgeving te vereenvoudigen en de mogelijkheid te verruimen om gegevens op te nemen over niet-ingezetenen voor wie de Nederlandse overheid taken vervult en dus nieuwe regels te stellen over de basisregistratie personen ( 33219 en 33555).
Belangrijke wijzigingen van AMvB’s met gevolgen voor de Inspectie SZW:
- Het aan de Seveso III richtlijn aangepaste Brzo. Deze brengt een verplichting met zich mee om inspectiegegevens bij Brzo-bedrijven openbaar te maken. Verder kan de richtlijn gevolgen hebben voor het aantal te inspecteren Brzo-bedrijven. Inspectie SZW zal bezien in hoeverre de beschikbare capaciteit voldoende is om aan de richtlijn te voldoen.
- De aanpassingen van het Arbobesluit als gevolg van de nieuwe grenswaarden asbest.
- Aanpassing ARIE-regeling.